1. Home Brother
  2. Blog
  3. Tutorials
  4. 2022
  5. Moeilijke stoffen
Kleurrijke stof naaien met de Brother dynamische loopvoet

Tutorial – moeilijke stoffen naaien

Heb je ooit veel geld uitgegeven aan een fantastische stof? Die dan vervolgens in je kast is blijven liggen omdat het te moeilijk was om iets van te naaien? Of misschien: heb je het verprutst?

 

Sommige stoffen kunnen echt een nachtmerrie zijn, zelfs voor ervaren naailiefhebbers. Zelfs het simpelste werk, zoals vouwen of knippen, worden dan al een frustratie. En dan ben je nog niet eens begonnen met naaien!

Met een beetje oefening, het juiste materiaal en deze gouden tips naai jij moeilijke stoffen binnenkort als een pro!

Voetje voor voetje

Investeer in een boventransportvoet als je met moeilijke stoffen naait. Misschien zit er al eentje bij je machine. En anders zijn ze verkrijgbaar bij een Brother-dealer, in de winkel of online!

Een boventransportvoet heeft onderaan extra transporteurtanden. Daardoor heb je een transporteur onder en boven de stof, waardoor de stoffen gelijkmatiger kunnen worden doorgevoerd. In onze video over Quilt-as-you-go zie je een boventransportvoet in actie.
Close up van Brother walking foot naaimachine voet

Naalden en spelden

Ook je naaimachine naald is belangrijk. De gewone, universele naald is soms te dik of te dun voor de stofkeuze.

Je kunt je naald op twee manieren kiezen:

  1. De dikte van de naald – hoe dunner de stof, hoe minder dik de naald moet zijn (en hoe steviger de stof, hoe dikker de naald moet zijn).
  2. Speciale naalden – voor bijvoorbeeld jeans, jersey, gebreide stoffen en leder.

Een ander belangrijk punt is dat de naald scherp moet zijn en nieuw. Als je je naald al vaak hebt gebruikt, en vooral hebt gebruikt in dikke stevige stoffen, dan wordt naaldpunt bot en kan het de stof beschadigen tijdens het naaien. En dat is natuurlijk niet zo fijn, als je met een dure zijde of fluweel gaat werken.

Close up van naaimachine naald met gele draad
Voor gebreide stoffen of tricot heb je juist geen scherpe naald nodig, maar een naald met een ronde punt (een tricotnaald), die de tricot niet kapot maakt. Meer informatie over naaimachine-naalden zijn te vinden in onze blog: Naalden.

Gladde en glibberige stoffen zoals spandex en lycra zijn heel beweeglijk en daardoor lastig stabiel te houden als je 2 lagen aan elkaar wilt naaien. Dan is het een goed idee om spelden te gebruiken en de stofdelen aan elkaar te spelden. Bij hele delicate stoffen gebruik je zijdespelden in plaats van gewone, zodat je de stof niet beschadigen kunt. Ben je bang om gaatjes te maken in kwetsbare stoffen? Gebruik dan klemmetjes.



Naaien, die handel

Verschillende stoffen vereisen verschillende soorten steken.

Ribfluweel en stoffen met lusjes –dunne ribfluweel kun je naaien met een 70/10 naald, maar voor de dikkere kwaliteiten heb je misschien wel een 100/16 naald nodig. Net als de naald is ook de steeklengte afhankelijk van dikte van de stof. Dat is 2 mm voor dunne ribfluweel en 3 mm voor dikkere uitvoeringen.

Voor goede naairesultaten, zorg je dat de stof altijd glad is en naai je de stoffen in dezelfde vleugrichting. Doorstikken is mooi op ribfluweel, maar de steek kan verdwijnen in de ribbels. Gebruik hiervoor dan dikker naaigaren en een grotere steeklengte van bijvoorbeeld 3,5 of 4 mm.

Jeans en stevige katoen – stoffen waarin veel katoen is verwerkt, zoals jeans, hebben de neiging te krimpen in de was en kleur te verliezen. Daarom is het goed om de stof te wassen voordat je begint te naaien.

Begeleid de stof goed met je handen tijdens het naaien. Duw of trek niet terwijl de stof word doorgevoerd. Gebruik speciale jeansnaalden voor het naaien van dikke stugge stoffen. Deze naalden zijn veel sterker en voorkomt buigen of breken van de naald als er door dikke lagen genaaid wordt. Een gebogen naald moet altijd vervangen worden voor een nieuwe. Anders kunnen er steken worden overgeslagen tijdens het naaien.

Harige stoffen – deze zijn soms lastig te naaien vanwege de langere haren en pluizen die verward raken met de steken.
Borstel de stof voorzichtig zodat alle haren in dezelfde richting liggen. Naai dan met een langere steeklengte, iedere naad twee keer. Gebruik een dikker naaigaren om de kwestbare achterkant van de harige stoffen goed mee te naaien.

Gebreide- en stretch-stoffen, spandex en lycra – hiervoor heb je een steek nodig die meerekt met de stof, zoals een zigzagsteek, overlocksteek of een drievoudige (rechte stretch) steek.

Leer – gebruik naaigaren voor meubelering/stoffering van pure nylon of polyester en kies een gewone, rechte steek. Plaats een nieuwe leder- leernaald. Gebruik geen spelden maar klemmetjes, waardoor er geen gaatjes in het leer achterblijven!

Zijde, transparante stoffen en satijn  – gebruik een kleine, rechte steek. Zijde en satijn naaien kan een uitdaging zijn. Leg eventueel een laag wit of ongebleekt keukenpapier boven en onder de stof. Houdt een langere draad over aan het begin en het einde van de naad, die je handmatig knoopt (in plaats van een aantal steken heen en weer te naaien).

Badstof – laat altijd rommeltjes achter, na het knippen liggen er overal lusjes en pluisjes.

Voor deze dikkere stof heb je een langere steek en een sterke naald nodig. Je zult de randen goed moeten afwerken, anders blijven er lusjes uit vallen. Voor badstof is het ideaal om een overlockmachine te gebruiken. Hij werkt de randen netjes af en voorkomt dat de stof verder uitrafelt.

Tweed en wollen stoffen – deze stoffen rafelen veel, dus ga er bewust en rustig mee te werk. Het is aan te raden om de stof te verstevigen - strijk voorzichtig een vlieseline op de achterkant. Op een naad waar spanning op kan komen te staan: gebruik naadband om het kerven van naden te voorkomen.

Gebruik afhankelijk van de dikte en het gewicht van je stof een 70/10 of 90/14 naald en een steeklengte van 2-3 mm. Werk naden van gevoerde kledingstukken af met een eenvoudige zigzagsteek of een overlocksteek. Je kunt de naden in kleding zonder voering ook mooi afwerken met biaisband, dat is heel professioneel!

Fluweel – de dikte van de fluwelen stof bepaald welke naald je nodig hebt. Traditioneel fluweel wordt genaaid met een 70/10 naald, maar een dikkere of dunnere kwaliteit vraagt om een dikkere of dunnere naald. Naai een rekbare fluweel stof zoals een stretch- of gebreide stof.



Rijgen is altijd goed

Als je een moeilijke vorm naait, of als er naden precies moeten aansluiten terwijl je een moeilijke stof hebt uitgekozen, kun je het beste de delen aan elkaar rijgen met een rijgsteek, voordat je de echte stiksels gaat aanbrengen. Sommige machines maken rijgsteken. Maar het is ook gemakkelijk om met de hand te rijgen.

Rijgen duurt langer. Maar je bent er zeker van dat je project perfect gaat worden. Gebruik zijdegaren om te rijgen in zijde of satijn, dat is fijner dan polyester of katoenen rijggarens.

Oefening baart kunst. Test je naald, de gekozen steek en de steeklengte, de spanning en het naaigaren altijd uit op een proeflapje voordat je aan het echte werk begint.

Met een beetje geduld, tijd en oefening naai je binnenkort zelfs de lastigste stoffen

Meer van Tutorials

Dit vindt u misschien ook leuk

Terug naar boven